Just en Yvonne Jelluma zijn de herbergiers van nu.
Hun betrokkenheid bij Bodegraven is groot en de trots die zij voelen voor hùn dorp houdt daarmee gelijke tred.
Reden om u gerechten voor te zetten waarin verse producten uit Bodegraven en directe omgeving zijn verwerkt, zoals groenten uit eigen tuin, vlees van boer Spruijt enz..
In het centrum van Bodegaven werd de eerste sluis in de Rijn gebouwd. Het verkeer, toen vooral trekschuit en postkoets, moest er stoppen en daar profiteerden de plaatselijke handel en nijverheid van. Reden waarom een ondernemende Bodegraver de herberg ‘De Swaen’ begon. In de 17e eeuw kwam er in het dorp een waag (weegpunt). De herbergier werd benoemd tot ‘waagmeester’ voor het wegen van varkens. Het was Constantijn Huygens (1596-1687), de Haagse dichter, geleerde en componist (èn de vader van Christiaan) die regelmatig halt hield bij de herberg om er te eten. Vaak werd er ook de nacht doorgebracht. De rust en welvaart in Bodegraven werd in 1672 (het ‘rampjaar’) ruw verstoord. Het dorp werd door de Fransen bijna tot de grond toe platgebrand. Van de Dorpskerk (de Galluskerk, tegenover het restaurant) stond nog slechts een deel van de toren overeind, maar de herberg bleef grotendeels gespaard. Reden voor de toenmalige herbergier zijn zaak uit dankbaarheid om te dopen tot ‘In ’t Hemelsch Paradijs’. Twee eeuwen lang bleef het relatief rustig in Bodegraven. Het dorp groeide en bloeide, maar werd in 1870 getroffen door een nieuwe ramp. Een grote brand, begonnen in een bakkerij aan de Overtocht, zorgde voor het volgende trieste resultaat voor Bodegraven: 2 doden, 100 huizen verwoest en 130 gezinnen dakloos. De kerk, de brug en ook de herberg bleven gespaard. De komst van de spoorlijn (eind 1878) betekende het einde van de postkoets en gelijdelijk ook van de trekschuit. De aanvoer van varkens nam toe en de handelaren stapten de herberg binnen om een koop te bezegelen en een brandenwijntje te drinken. Soms maakte men het daarbij wel heel erg bont … Met gevoelvoor humor besloot de toenmalige herbergier zijn etablissement ‘In ’t Bonte Varken’ te noemen; een naam die de uitspanning tot vandaag de dag heeft behouden.